achtergrondplaatje
achtergrond voor tieners
12-15
16-30
Muziek en video
logo
Agenda | Begeleiders | Contact
16-30

Diverse activiteiten

Jong Bisdom Haarlem- Amsterdam   >   Nieuwsberichten   >   WJD Panama   >   Het Magnificat

Maria's Magnificat

Paus Franciscus wil tijdens deze WJD stilstaan bij het voorbeeld van Maria. Met name het voorbeeld van haar vertrouwen in God door haar aan Zijn wil over te geven. Bijzonder is de vreugde die ontstaat na haar overgave aan God. Maria trekt na de boodschap van de Engel Gabriël over dat ze moeder van God zal worden naar haar nicht Elisabeth die zwanger was van Johannes de Doper. Aangekomen bij Elisabeth wordt ze begroet met de woorden: “Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is.” Op dat moment spreekt Maria een loflied uit, waarin ze God dankt voor Zijn grote daden, dat Hij op haar neerzag, hoe Hij de armen verheft en de rijken laat ondergaan en hoe groot zijn barmhartigheid is. Dit loflied wordt het ‘Magnificat’ genoemd, naar het Latijnse woord waar dit loflied mee wordt begonnen en waarin Maria uitspreekt hoe haar hart God verheft.

Na 2000 jaar wordt dit loflied nog elke dag door broeders, zusters, priesters en gewone gelovigen uitgesproken in de vespers. De vespers is een onderdeel van het getijdengebed wat bestaat uit de 150 psalmen van koning David, welke gedurende een cyclus van vier weken worden gebeden op verschillende momenten op de dag aangevuld door korte schriftlezingen, hymnes en lofzangen. De vespers vormen het avondgebed en bevat elke dag de lofzang van Maria, het Magnificat. Elke dag mogen we er aan herinnerd worden wat voor vreugde het met zich meebrengt om te vertrouwen en je over te geven aan God, zoals Maria deed. Het is daarom interessant om stil te staan bij deze indrukwekkende woorden van het Magnificat. Luister maar naar wat Maria zei toen Johannes de Doper al in de moederschoot van Elisabeth, Jezus als baby in de buik van Maria aanwees als de Messias, de redder:

“Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam. Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, voor al wie hem vereert. Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen. Heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.”

Het Magnificat is tegelijk een persoonlijk én een heel algemeen gebed. In het eerste stuk bezingt Maria de liefdeblijken die zij persoonlijk van God heeft mogen ondervinden. Maar algauw wordt het perspectief verbreed. Wat God heeft gedaan aan haar ligt in de lijn van zijn bevrijdend handelen in de geschiedenis van zijn volk: hoogmoedigen worden ontmaskerd en geringen worden naar voren gehaald, Hij is een God van mededogen.
We kunnen het Magnificat eigenlijk pas goed bidden, als we dat doen met het hart van een arme. Zonder die grondhouding missen we de juiste golflengte om het lied van binnenuit te verstaan. Enkel wie nederig is, wie echt durft te rekenen op God en leeft 'met open handen' kan ervaren hoe vervullend God is. Die houding is tegengesteld aan een mentaliteit van zelfgenoegzaamheid en eigenwaan. Moeder Theresa zei ooit: 'God kan niet vullen wat vol is'. Wie vol is van zichzelf, kan uitein¬delijk niets ontvangen.

Maria jubelt uit wie God is. Als drie uitroepen van verwondering en bewondering weerklinken drie eigenschappen van God. Eerst wordt Hij bezongen als de Machtige. Gods macht is nooit dwingend, maar een levengevende, liefhebbende kracht. Vervolgens roept Maria Gods heiligheid uit. In de uitdrukking 'en heilig is zijn naam' horen we als het ware een echo van de bede uit het onzevader: 'geheiligd zij uw naam'. Ten derde wordt Gods barmhartigheid bezongen. Zo wordt gezicht gegeven aan de Bijbelse God: Iemand die een hart heeft voor al wie arm en breekbaar is. Zo heeft Hij zich laten kennen in de geschiedenis van Israël. Dat God het opneemt voor de kwetsbaren, is niet het minst gebleken in de bevrijding uit Egypte. Daar heeft Hij de kracht van zijn bevrijdende arm getoond. God ziet om naar wie klein is. Wie zich daarentegen laat meeslepen in ongepaste zelfverheffing, ontmaskert Hij. God vindt zijn grootheid in het groot maken van wie klein en arm is.

Maria's loflied is ook een heel revolutionair, strijdvaardig lied. Het is geen brave hymne, maar een uitdagende protestsong. God tekent verzet aan tegen uitbuiting en misbruik. Hij zet de wereld op zijn kop. De rollen worden omgekeerd. Wie anderen met hun macht verpletteren, haalt Hij van hun voetstuk. Weerloze mensen worden verheven. Rijken worden arm, armen worden rijk. Het Magnificat biedt ons in deze 'opstandige' passage meteen ook een profetische, hoopvolle visie op de geschiedenis. Wij zouden waarschijnlijk spontaan een realistische kijk naar voren brengen en zeggen: 'dat de hoogmoedigen triomferen, de machtigen de baas spelen vanaf hun tronen, de nederigen vertrapt worden, de hongerigen zich vermenigvuldigen, de rijken steeds rijker worden'. Dat zegt het Magnificat nu net niet. Het bekijkt de geschiedenis veeleer in het perspectief van het Rijk van God, waar uiteindelijk de zelfgenoegzamen geen stand houden en de kwetsbaren rechtop komen. Hier komt dus Gods visioen aan het licht. God gaat fel tekeer tegen de zelf opgebouwde schijn van mensen. Zijn eerste en laatste woord is en blijft evenwel: barmhartigheid. Het Magnificat eindigt dan ook met dit punt. Aan Abraham en allen die in zijn spoor gelovig op weg gaan, heeft God zijn genegenheid en mededogen toegezegd en die belofte zal Hij gestand doen. Daarop keert Hij nooit terug. Hij is trouw aan zijn verbond.

ONS MAGNIFICAT


Het Magnificat is een lied van verwondering over Gods verrassend genadevol handelen in de mensengeschiedenis. Genade betekent voor alles dat er een God is die mensen graag ziet. Gratis. Broze mensen drukt Hij aan zijn hart. Zo heeft Hij met Israël gedaan, met Maria en met zo velen die ons zijn voorgegaan. Zo doet Hij het telkens opnieuw, ook nu.
God komt met zijn liefde vaak heel onverwacht. Steeds bescheiden. Als een verademend gebeuren, niet zelden temidden van grote dorheid en beproeving. Op bepaalde momenten in onze levensgeschiedenis kunnen we sterk onder de indruk komen van Gods weldoende nabijheid en worden we overspoeld door een intens gevoel van vreugdevolle erkentelijkheid tegenover Hem. Maar ons leven kent niet enkel momenten van vloed, maar ook van ebbe en troosteloosheid. God werkt ook helend in die ebbemomenten van ons bestaan, ook al merken en voelen we dat niet altijd. Hij kan ons onverwacht tegemoet treden in een 'engel van een mens'. Hij kan ons, ondanks lijden en tegenwerking, de kracht schenken om toch te blijven hopen en geloven, om toch lief te blijven hebben.
Zo zijn er elke dag redenen om God te danken en te loven. Het is goed dat we elke avond even ons eigen Magnificat componeren, met eigen en eenvoudige woorden. We blijven ook heel graag de woorden van Maria's loflied in de mond nemen. Maria is voor elke leerling van Jezus een betrouwbare en veilige gids. 'Voortaan prijzen alle generaties mij gelukkig', zingt Maria in het Magnificat. Wij zijn gelukkig om haar. En met haar zijn we vooral gelukkig om Hem die ons leven in liefde draagt.

 

Bron: https://www.kuleuven.be/thomas/page/het-magnificat/

Gerelateerde artikelen Jongeren | WJD | Panama | Magnificat
share on facebook share on twitter share via email